Mohamed Salah heeft er veel voor over moeten hebben om de top de bereiken. De Egyptenaar begon zijn carrière bij een kleine amateurclub in Basyoun, een dorpje dat zo'n halfuur van zijn woonplaats vandaan lag. Zijn talent viel al gauw op bij diverse profclubs waardoor hij een transfer kon maken naar Al Mokawloon Al Arab.

Zijn nieuwe club nog véél verder van zijn woonplaats, maar toch besloot hij het risico te nemen om iedere dag heen en weer te reizen. Hij moest in totaal vijf verschillende bussen pakken om zijn bestemming te bereiken. "Ik denk dat ik in totaal zo'n zes uur per dag bezig was met reizen, en dat voor zeker vijf dagen in de week. Ik vertrok 's ochtends vroeg rond 09.00 en kwam rond 14.00 op de club. De training begon tussen 15.30 en 16.00 en rond 18.00 was ik klaar. Daarna moest ik weer de bus naar huis pakken en kwam ik rond 22.30 thuis. "

Dit bericht bekijken op Instagram

Een bericht gedeeld door Mohamed Salah (@mosalah)

'Een grote naam worden'

Salah vertelt verder dat hij altijd al een 'grote naam' wilde worden in de voetballerij. Als jochie van 14 jaar liep hij rond met een droom, maar hoe en wanneer hij die droom zou kunnen realiseren was nog maar een raadsel. Na een twee goede seizoenen in het eerste elftal bij El Mokawloon, werd hij naar Europa gehaald door FC Basel. Via Chelsea, Fiorentina en AS Roma, belandde hij in 2017 uiteindelijk bij Liverpool. Dit bleek tot nu de beste stap in zijn carrière te zijn geweest. Hij kwalificeerde zich met Egypte voor het WK in Rusland, werd Afrikaans voetballer van het jaar, werd topscorer van de Premier League en won de Champions League en pakte de landstitel met Liverpool.