Helaas krijgt niet elke voetballer de kans om een profvoetballer te worden. Je hebt een hoop zaken in eigen hand, maar dat is helaas niet altijd genoeg om de garantie te krijgen tot een profcarrière.
De reden waarom bijna iedere voetballer een profvoetballer wilt worden, is niet altijd even duidelijk bij iedereen. Hieronder hebben wij de beste punten samengesteld waarom profvoetballer absoluut het mooiste beroep ter wereld is.
Elke dag doen wat je leuk vindt
Als je elke dag kan doen wat je leuk vindt, heb je het goed voor elkaar. Waar een gemiddeld mens elke dag naar een kantoorbaan moet gaan en werk doet waar hij of zij eigenlijk helemaal geen zin in heeft, kan een voetballer dagelijks zijn passie beoefenen en er nog betaald voor krijgen ook.
De hele wereld over reizen
Als je voor een grote club speelt, reis je de hele wereld over. Je speelt internationale wedstrijden, gaat regelmatig op trainingskamp in verre landen en als je wordt opgeroepen voor het nationale elftal speel je ook nog eens interlandwedstrijden in het buitenland. Hoe geweldig is dat, betaald de wereld verkennen.
Gezonde levensstijl
Los van de risico’s (blessures) dat voetbal soms met zich mee kan brengen, leven de meeste profvoetballers een hartstikke gezond leven. Dagelijks is je lichaam voorzien van gezonde voeding, goede trainingen en ben je omgeven door professionele fysiotherapeuten, doctoren en diëtisten.
Continue waardering krijgen
Niet iedereen wordt evenveel gewaardeerd in het leven. De gemiddelde mens met een simpele baan krijgt met een beetje geluk een compliment als hij einde van de dag zijn werk op orde heeft, terwijl voetballers dagelijks worden gewaardeerd door hun fans. Ze ontvangen op social media positieve berichtjes, worden toegezongen in stadions en ontmoeten regelmatig fans die om een handtekening smeken.
Vroegtijdig met pensioen gaan
Terwijl de 'normaal' mens zeker tot zijn 67ste moet werken, kan een gemiddelde profvoetballer makkelijk op zijn 35ste met pensioen gaan. Uiteraard geldt dit niet voor alle profvoetballers. Er bestaan namelijk genoeg voetballers die té veel geld uitgeven of gewoonweg te weinig verdienen om na hun profcarrière met pensioen te gaan.