Diego Costa staat voor de meeste voetballiefhebbers bekend als een vervelende, lastige, maar wel zeer doelgerichte spits. De aanvaller van Atlético Madrid heeft een neusje voor de goal en weet altijd wel zijn doelpuntjes mee te pikken, maar de manier waarop hij voetbalt wordt niet door iedereen gewaardeerd. Wat velen niet weten is dat Diego Costa tot zijn zestiende op straat heeft gevoetbald. Dat verklaart dan misschien ook wel de opvallende speelstijl van de geboren Braziliaan. Costa groeide op in de Braziliaanse stad Lagarto en verhuisde op zijn vijftiende naar São Paulo. In São Paulo ging hij spelen voor de lokale voetbalclub Barcelona Esportiva Capel, waar destijds voornamelijk leden uit drugsbendes speelden en kinderen uit de fevala’s. Ontwikkeling tot prof Voetballen kon Diego Costa als de beste, alleen straatvoetbal is natuurlijk anders dan veldvoetbal. Toch stroomde hij al snel door naar het eerste elftal van Barcelona Esportiva Capela en verdiende daar zo’n €100,- per maand. Hier wist hij zich echter niet helemaal correct te gedragen en kreeg een schorsing van vier maanden aan zijn broek, omdat ging vechten met zijn tegenstanders. Ondanks zijn slechte gedrag zag zaakwaarnemer Jorge Mendes een groot talent in hem. Hij regelde voor Costa een transfer naar het Portugese Braga, waar hij uiteindelijk een jaar later via Atlético Madrid weer aan werd terug verhuurd. Na verschillende verhuurperiodes brak Diego Costa op zijn 23ste door bij Rayo Vallecano in de Spaanse Liga. Na dit seizoen keerde hij direct terug bij Atlético Madrid en werd hij uiteindelijk na twee sterke seizoenen verkocht aan Chelsea FC.