De beste voetballers uit het elftal voelen zich meestal ‘te goed’ om een bal in te gooien. Ze laten het liever over aan een links- of rechtsback, of een linker- of rechtermiddenvelder. Dit is vaak puur automatisme, omdat ze de bal het liefst meteen in de voeten willen zodat ze met de bal kunnen dribbelen.

Johan Cruyff dacht daar echter heel anders over. Hij vond namelijk altijd dat de beste speler uit het elftal juist de bal moet ingooien. ‘Mensen vonden het vroeger altijd raar dat ik iedere bal wou ingooien, maar daar zat een reden achter. Men vergat namelijk dat bij een ingooi iedereen gedekt stond, behalve de persoon die de ingooi neemt. Die kon de bal via een kaats namelijk direct terugontvangen en met de bal verder dribbelen. De beste speler uit het team zou dus in principe altijd een ingooi moeten nemen.’ aldus Johan Cruyff.

Dit bericht bekijken op Instagram

Een bericht gedeeld door Leo Messi (@leomessi)

Het juiste moment kiezen

Uiteraard is het niet altijd even effectief om de beste man van het veld in te laten gooien, want in veel gevallen is het juist belangrijk om snel in te gooien zodat je de snelheid in het spel kan behouden. Maar wellicht is het interessant om hier eerst op te gaan trainen, zodat iedereen tijdens de wedstrijd weet hoe ze moeten staan.